De verzorging van de hond
Verzorging verdient uw aandacht
Het hangt een beetje van het ras af hoe vaak de hond verzorgd moet worden. Sommige honden moet je bijvoorbeeld iedere dag
borstelen, andere hoeven bijna nooit geborstel te worden. Toch is het niet helemaal juist om te veronderstellen dat de verzorging
alleen maar te maken heeft met het borstelen. Er komt veel meer bij kijken. Denk hierbij maar aan het knippen van de nagels,
het voorkomen van de vorming van tandsteen en het schoonhouden van de oren en de oogjes. Nu is het logisch dat ook de honden
aan deze verzorging moeten wennen en het is niet helemaal eerlijk om te veronderstellen dat alle honden deze verzorging direct
maar gelaten zullen ondergaan. Het moet en het KAN ze heel goed aangeleerd worden.
[top]

Aaien, de basis van verzorging
De basis van de verzorging zit in het aaien. Gewoon lekker kriebelen over zijn hele lichaam. Ga nog niet verder, maar aai
hem eerst maar eens een paar keer van het puntje van zijn neus tot aan het puntje van zijn staart. Forceer niets en zoek dus
een tijdstip waarop de hond wat moe is. Gelukkig hebben veel pups, zeker in het begin, heel veel behoefte aan rust en ze vinden
het over het algemeen heerlijk om lekker in slaap gekriebeld te worden.
Het kan echter zijn dat de pup wat moeite heeft met het aaien over zijn neus. Het leggen van de hand op de snuit van de pup
is namelijk een nogal dominante handeling en sommige honden zullen eerst moeten leren wie de baas is voordat ze dit soort
dominante handelingen accepteren. Ga ook nu niets forceren maar aai hem dan van bovenop zijn bolletje naar het puntje van
zijn staart.
Als dit wel goed gaat gaat u iedere keer met uw hand een heel klein stukje naar voren op het moment dat u begint met aaien.
Heel langzaam en stapje voor stapje. De hond leert dan dat het helemaal niet bedreigend is en ook door allerlei andere domintietekenen
van uw kant leert hij inmiddels dat u wel de baas bent. Uiteindelijk zult u ook dit pupje kunnen aaien van het puntje van
zijn neus naar het puntje van zijn staart.

Hand laten liggen
U gaat nu op alle plekken van zijn lichaam uw hand een paar tellen stil laten liggen voordat u weer verder aait. Begin niet
direct met een halve minuut, twee tellen zijn genoeg. Op zijn bolletje, op zijn ruggetje, op zijn gatje, op zijn snuitje,
overal. Vervolgens gaat u hem ook over zijn pootjes kriebelen en pas als hij zijn pootje niet terugtrekt houdt u af en toe
zijn pootje vast.
U kriebelt hem nu ook achter zijn oortjes, op zijn snuitje bij zijn oogjes en zijn lippen en u spreekt hem tussendoor steeds
bemoedigend toe. De meeste pups vinden het allemaal heerlijk.

Onderzoeken
De volgende stap is dat u een keertje zijn oortjes optilt er inkijkt en weer dooraait. Dan zijn andere oortje en zo kunt u
ook een keer zijn ooglid naar beneden doen. Niet te lang, heel eventjes en vervolgens weer dooraaien. Alsof er helemaal niets
aan de hand was. Dit breidt u heel langzaam uit.
Als u zijn pootje vastheeft of zijn pootje kriebelt, kijk nu ook eens naar zijn nageltjes. Eén voor één
en vervolgens weer
door aaien.
Houdt zijn staart een keertje vast en til de staart eens op. Laat hem direct weer los en aai weer door.

Uitbreiden
Als de hond hier eenmaal aan gewend is en hij het helemaal niet erg vindt als u hem ergens aanraakt kunt u echt met de verzorging
beginnen.
[top]

Borstelen
Begin met een babyborstel of iets anders zacht. Aai hem nu in plaats van met uw hand met de borstel. Zorg zeker in het begin
dat u hem met de borstel geen pijn doet bij eventuele kliene klitjes in de vacht. Dan zou hij direct wel eens een nare associatie
kunnen krijgen met de borstyel. Haal zo’n klit er dan liever gewoon met uw vingers uit. Pas als hij helemaal gewend is
aan
de babyborstel gaat u over op een gewone borstel. Ook weer stapje voor stapje. Eerst zijn rug de zijkant van zijn pootjes,
daarna zijn borst en pas op het laatst zijn liezen en zijn broek, omdat dit vaak de vervelendste plekken zijn.
[top]

Nageltjes knippen
U kan al alle nageltjes bekijken en eventjes vasthouden. Dan kunt u nu beginnen met het knippen van de nageltjes. U pakt het
nagelknippertje en laat de pup er eventjes aan snuffelen. Dan legt u het weer weg. Dit herhaalt u enkele keren. Nu gaat u
het knipgeluidje laten horen. Nog steeds niets aan de hand en u herhaalt ook dit. Nu pakt u één van de nageltjes
en zet het
knippertje hier eventjes op. U knipt nog niet. Ondertussen of vlak daarna aait u weer gewoon verder. De volgende stap is dat
u een millimetertje van een nageltje afknipt. Uw houding en gedrag blijft nu volkomen hetzelfde als bij het gewone aaien zodat
de pup niet aan uw houding merkt dat er iets aan de hand is. Hij moet het nagelknippen als iets heel gewoons gaan ervaren.
Nu legt u het nagelknippertje weer weg en aait nog eventjes door. Dan stopt u de oefening en gaat de volgende keer weer door
met het volgende nageltje. Als u zo iedere keer tijdens het aaien en het borstelen een millimetertje van een nageltje afknipt
groeien ze niet te ver door en heeft u nooit problemen met het nagelknippen.

Hoe vaak?
Nu hoeven nageltjes niet altijd geknipt te worden. Normaal gesproken slijten ze af. Als uw hond veel over zachte ondergronden
loopt, slijten de nagels echter niet zo heel hard en moeten ze af en toe geknipt worden.
Dit geldt overigens zeker voor de nageltjes aan de zijkant van de voorpootjes omdat die normaal gesproken helemaal niet slijten.
Sommige honden hebben doorzichtige nagels waarin een heel klein rood streepje te zien is. Die zijn het gemakkelijkst te knippen.
Als u maar voor het rode streepje blijft is er niets aan de hand. Bij honden met zwarte nagels is dit echter niet te zien.
daarom is het verstandig de nagels goed bij te houden zodat u er steeds maar een klein stukje van hoeft af te knippen. Op
deze wijze zult u niet in het “leven” van de nagel terecht komen met het knippertje.
[top]

Temperaturen
De lichaamstemperatuur van honden ligt wat hoger dan bij mensen. Gemiddeld genomen zo tussen de 38 en 39 graden Celsius. Voor
kleine rassen en pups kan dit wat hoger zijn en voor grote rassen wat lager. Toch is het belangrijk de normale lichaamstemperatuur
van uw hond te weten. Dan weet u ook wanneer er bij ziekte behoorlijke afwijkingen zijn. Temperatuur uw hond dan ook een paar
keer als hij in gewone doen is. Dan weet u precies zijn normale lichaamstemperatuur. Het temperaturen doet u bij de hond gewoon
rectaal. Zorg wel dat hij niet op de thermometer kan gaan zitten. Uiteraard is de borsteloefening hier een mooie voorbereiding
voor.
[top]

Ingeven van medicijnen.
Als u pas begint met het aan de bek komen van de hond, of het optillen van oogleden of het aan de oren komen op het moment
dat er iets aan de hand is, bent u veel te laat. De hond is al niet zo lekker en wil het liefst met rust gelaten worden. Als
u dan ook nog eens aan dat geïrriteerde oog of dat zere oor gaat zitten vindt hij er helemaal niets meer aan. U moet
er dan
ook voor zorgen dat de hond op het moment dat het noodzakelijk is dat u hem medicijnen geeft, zoveel vertrouwen in u heeft
dat hij het allemaal toelaat. Hij moet weten dat als de baas iets doet dat altijd goed is.
[top]

Pilletjes
Er is een trucje om pilletjes in te geven. U heeft drie stukjes worst waarbij u het pilletje "verstopt" in het tweede stukje.
Nu geeft u de hond het eerste stukje. Dit vindt hij heerlijk. Vervolgens geeft u hem het tweede stukje waarbij u het derde
stukje al klaar houdt voor hem. Hij zal nu niet weten hoe gauw hij dat tweede stukje moet wegwerken (met dat pilletje erin)
om dat derde stukje te krijgen. Weg pil. Uiteraard is het tegelijkertijd handig om op dit moment wel één van
de basisoefeningen
te doen. Die vindt de hond al leuk en nu wordt het allemaal alleen maar leuker.

Mijn hond mag geen worst
Nu is er natuurlijk een aantal situaties te bedenken waarin de truc met de worst niet helemaal werkt. Als u uw hond medicijnen
moet geven tegen darmstoornissen kan het zelfs helemaal niet verstandig zijn om met worst te werken. Dat zou alleen maar averechts
kunnen uitpakken. Toch moet u ook dan in staat zijn om uw hond zijn medicijnen te geven zonder dat het een heel gevecht wordt.
U zult dan uiteindelijk wel winnen, maar leuk is anders.

Hoe aan te leren?
Als u de hond hier al aan went als hij nog pup is, is het probleem straks veel minder. Ook nu werken we weer vanuit het aaien.
Let u hierbij wel op de juiste volgorde en de fase waarin u bent om ook deze uitbreiding te gaan toepassen. U kunt al af en
toe de kaken van de hond een beetje van elkaar halen. U kijkt dan eventjes naar het keeltje van de pup en u viert deze handeling
heel uitbundig met hem. Hij moet het tenslotte leuk gaan vinden. Die uitbundigheid kunt u later weer wat afbouwen. Is het
een feest geworden dan legt u eens iets lekkers op zijn tong nadat u de kaken van elkaar heeft gehaald. Mmmhhh, dat is leuk.
Dit lekkers gaat u vervolgens steeds iets verder naar achter schuiven. Hierbij let u er natuurlijk op dat een brokje niet
zomaar in de keel van het pupje kan schieten. Als u eenmaal wat verder bent gekomen dan haalt u bij de drogist een doosje
met bijvoorbeeld wat vitamine-C pilletjes. Die zijn absoluut niet schadelijk voor het pupje en het oefent heerlijk. Nu houdt
u naast dat vitaminetabletje ook een lekker hondensnoepje in uw hand. U doet de kaken weer iets van elkaar, stopt het pilletje
vrij ver naar achter en doet de kaken weer op elkaar. U wrijft over zijn keeltje en als hij het pilletje heeft weggewerkt
heeft u zijn volgende beloning al weer klaar. Nu geeft dat niet want nu heeft hij geen darmstoornissen. Het gaat om de gewenning.


Oefenen vóórdat uw hond ziek is
Dit breidt u weer langzaam uit, u voegt wat basisoefeningen toe en u wacht steeds iets langer met de beloning. U gaat ook
de beloning variëren. De ene keer iets lekkers, de andere keer een knuffel en weer een andere keer een spelletje of een
rondedansje.
Maakt niet uit, als u maar leuk doet. Dan heeft u tevens, als u hem niet met een snoepje mag belonen, al voldoende ander beloningsmateriaal
voorhanden. Vergeet dit niet te blijven oefenen, het hoeft allemaal niet meer iedere dag maar zo af en toe, juist als de hond
niet ziek is.
[top]

Drankjes
Als u eenmaal de pilletjes kunt ingeven zonder gespartel, dan moet u ook gaan werken aan het ingeven van drankjes. Ook hier
kunt u een spelletje van maken waarbij u allebei helemaal uit het dak kan gaan. Zolang u nog maar niets hoeft te forceren.
U moet inmiddels uitgebreid aan de bek van de pup kunnen komen om dit te gaan oefenen. De kaken blijven nu op elkaar. U doet
wat water in een oude injectiespuit, dit mag ook een nieuwe zijn als de naald er maar uit is. Laat de pup eraan snuffelen
en spuit wat water weg. Misschien dat hij eventjes schrikt maar als u hier heel vrolijk om doet zal de pup hier ook vrolijk
op ingaan. Misschien gaat hij rondjes rennen en u uitdagen wat aangeeft dat u het leuk maakt. U maakt hier een spelletje van.


Begin op een rustig moment
Als de pup rustig is geworden (wacht hier ook op) dan gaat u een stapje verder en u spuit hem nat op bijvoorbeeld zijn pootjes.
Een heel klein beetje maar en het feest begint opnieuw. Nu moet u ervoor gaan zorgen dat de pup ook rustig kan blijven want
anders wordt het nog een gespartel als u hem zijn drankje moet geven. Het belangrijkste is nu wel dat de pup niet bang is
voor die spuit. U legt de spuit rustig naast u neer en u gaat de pup weer aaien. Als hij helemaal rustig ligt te genieten,
tilt u zijn lipje op waarbij de kaken nu op elkaar blijven. U pakt rustig het spuitje en spuit zijn tandvlees een beetje nat.
Doet u dit wel aan de zijkant van het bekje, zodat u niet per ongeluk in zijn keel kuntspuiten. U blijft hem nu rustig aaien.
Als dit goed gaat gaat u deze oefening doen vanuit het zitten. U doet de spuit steeds iets verder tussen zijn lipje en zijn
tandjes naar achter. U probeert zijn koppie ook steeds meer iets omhoog te houden, zodat hij naar boven kijkt.

Belonen
Als dit lukt gaat u steeds iets meer water in zijn bekje spuiten. Nu wacht u met belonen totdat hij het water heeft opgedronken.
Ook deze oefening herhaalt u regelmatig waarbij u in de gaten moet houden dat als de verwachtingen voor een beloning hoog
zijn, de “vervelende” prikkel steeds minder erg wordt en de hond het gewenste gedrag, in dit geval het teostaan
van het geven
van een drankje, gemakkelijker zal vertonen. Dus blijf bij alles regelmatig belonen. Het kan eigenlijk niet vaak genoeg gezegd
worden.
[top]

Zalfjes
Soms moet u een zalfje op de hond aanbrengen. Op het moment dat dit op zijn lichaam moet gebeuren is dit niet zo erg, hij
is immers al uitgebreid gewend aan het aaien. Wat moeilijker is het om zo’n zalfje aan te brengen in het oog van de hond.
Meestal moet dat pas als het oog geïrriteerd is en dan vindt geen hond het prettig als je aan zijn ogen komt. Ook hier
moeten
we de pup al aan wennen. Een andere reden is dat u de oogjes ook wel eens een keertje schoon moet kunnen maken. Na een flinke
strandwandeling bijvoorbeeld, zit er vaak wat zand in de ogen van de hond. Ook dat moet er zonder problemen even uitgespoeld
kunen worden.

Aaien
De basis is weer het aaien. U kunt uw hand al eventjes op zijn snuitje laten liggen. Nu houdt u uw ene hand op het voorhoofd
van de pup, en uw andere hand op zijn snuit. Heel voorzichtig, echter zonder twijfeling in uw handelen, doet u eventjes het
onderste ooglid van de pup naar beneden. Nu ziet u het oogslijmvlies. Dit moet mooi roze zijn. U benadrukt even heel rustig
dat u nu naar zijn oogjes kijkt en u sluit de oefening af door even flink over zijn bolletje te aaien en te gaan spelen of
door hem iets lekkers te geven.
Als dit goed gaat pakt u een doekje en een bakje met wat lauwwarm water. Dit kan het best wat afgekoeld gekookt water zijn,
want met deze oefening willen we natuurlijk geen oogirritatie gaan veroorzaken. Nu gaan we een beetje hetzelfde te werk als
met het injectiespuitje. U maakt het doekje vochtig met het water en druppelt wat water op zijn neus. Hilariteit alom. Dit
breidt u weer langzaam uit, ook met wat basisoefeningen. Vervolgens laat u een druppeltje water vallen in zijn oogje op het
moment dat u het onderste ooglid naar beneden heeft getrokken. Vervolgens doet u wat u ook graag zelf doet als u uw eigen
ogen spoelt, mensen met lenzen weten wat er bedoeld wordt. U wrijft eventjes lekker (zachtjes!) over zijn dichte oogje. Daarna
direct weer spelen, knuffelen of iets lekkers. Ook dit herhaalt u regelmatig. De ene keer wat water op zijn neus en dan weer
in zijn oogjes. Zodat hij nooit precies weet wat er gaat komen.

Oorzalf
Het kan ook zijn dat u een zalfje moet spuiten in de oren van de hond. Dit moet u niet met water oefenen, want dat is nooit
lekker in de oren. Wel kunt u de hond wennen aan de spuit in zijn oren. Opnieuw gebruiken we hier de injectiespuit voor. Het
enige dat u moet doen is die spuit eventjes in zijn oren stoppen. Absoluut niet diep!! U hoeft het oor niet in te gaan. Vervolgens
haalt u de spuit weer weg en masseert u het oor. De meeste honden vinden dit zalig en duwen hun koppie helemaal scheef tegen
uw “masseerhand”. Op het moment dat u er echt een zalfje of smeerseltje in moet spuiten, moet u zorgen dat u dit
doet in een
ruimte waar het niet zoveel kwaad kan. De meeste honden gaan namelijk na de massage, waarbij u het medicijn goed verdeeld,
schudden met hun kop. Dit betekent dat er van alles uit de oren door de kamer vliegt. Dit zou zonde van uw nieuwe behang zijn.
Toch??
[top]

Oren
De oren horen schoon te zijn en niet te stinken. Als honden oorontsteking hebben reageren ze vaak feller op schelle geluiden,
houden hun kop scheef en hebben pijn aan hun oren. Ook kan de hond last hebben van oormijt. Dit herkent u aan een bruin/zwart
korrelige substantie. De hond schudt vaak met zijn kop en krabt wat vaker. In beide gevallen moet de hond behandeld worden.
Bel eerst even met de dierenarts omdat met name oormijt heel besmettelijk is en we ons kunnen voorstellen dat dierenartsen
en andere hondenbezitters het niet prettig vinden als u in de wachtkamer voor een kleine epidemie zorgt. Laat dan ook uw hond
even niet spelen met andere honden.
[top]

Ogen
Ook de ogen moeten schoon zijn en vrij van haren. Komt er een pussige, groene substantie uit dan moet u de dierenarts raadplegen.
Het kan een teken zijn van een onderliggende ziekte. Is de rommel uit de ogen wat zanderig of waterig, dan kunt u volstaan
met het uitspoelen van het oog met afgekoeld, gekookt water. Vaak onstaat dit doordat er wat zand of aarde in de ogen is gekomen.
Het slijmvlies van de ogen moet mooi roze zijn. Bij roodheid kan dit wijzen op ontstekingen.
[top]

De geslachtsdelen
Reuen kunnen soms een wat pussige afscheiding uit hun geslachtsdeel hebben. Dit kan duiden op, of leiden tot een voorhuidontsteking.
Dit moet even behandeld worden.
Als teven een pussige uitscheiding hebben kan dit duiden op een baarmoederontsteking. Hier moet u heel snel mee naar de dierenarts.
Vaak gaat dit gepaard met koorts en veel drinken. Dit hoeft echter niet altijd zo te zijn en daarom is het verstandig deskundige
raad te vragen.

De loopsheid
Vanaf een maand of zes kunnen teven loops worden. Dan verliezen ze bloed en anders dan bij mensen, vindt in deze periode de
eisprong plaats en kunnen ze bevrucht worden. Na een dag of negen neemt meestal de zwelling van de vulva wat af en wordt de
bloeding wat wateriger. Veel mensen denken dat dan de loopsheid over is. Niets is echter minder waar. Op dit moment zijn de
teven juist hartstikke "dekrijp" en veel ongewenste nestjes zijn door deze vergissing ontstaan. Na een dag of vijf wordt de
bloeding weer roder en na, in totaal een week of vier is de loopsheid weer over. De dekrijpheid wordt echter niet altijd aangegeven
met het slinken van de vulva en het wateriger worden van de bloeding. Sommige teven zijn al dekrijp na drie of vier dagen
en er hebben succesvolle dekkingen plaatsgevonden op de 28e dag van de loopsheid. Het is dus verstandig uw hond gewoon de
hele periode aangelijnd te houden.

Jonge reuen
Voor reuen geldt dat ook zij al op jonge leeftijd kunnen zorgen voor nakomelingen. Als er een teef in de buurt loops is kunnen
ze dan aan niets anders denken: ze zijn smoorverliefd. Ze likken aan plasjes, ze klappertanden en tillen nu helemaal vaak
hun poot op. Inmiddels zijn beide balletjes ingedaald en als ze het op hun heupen krijgen willen ze tegen alles en iedereen
aan gaan staan rijen. U moet dit als grote leider direct verbieden. U bepaalt of de hond mag dekken of niet. En bovendien
is het rijen tegen mensen ook nog eens een hele dominante handeling. En die mag u natuurlijk nooit toestaan.