De opvoeding van de hond
Iedere hond moet opgevoed worden, dus ook de Newfoundlander. U vindt het waarschijnlijk niet prettig om door uw hond over
straat gesleurd te worden omdat hij niet weet wat "volgen" is en ook zult u graag willen dat uw hond ook echt komt als u hem
bij u roept. Een opgevoede hond heeft veel meer vrijheid, hij kan tenslotte veel vaker los van de riem, dan een hond die slecht
luistert. Sommige commando's kunnen zelfs zijn leven redden, zoals bijvoorbeeld het "los".

Opvoeding en rangorde zijn eigenlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als u wilt dat uw hond u daadwerkelijk gehoorzaamt
zal u duidelijk de baas, dat wil zeggen de roedelleider, moeten zijn. Ziet uw hond u niet echt als de ranghogere dan zal hij
uw commando's weigeren en/of Oost-Indisch doof zijn.

Begin met de opvoeding zodra de pup in huis komt. Hij leert nu razendsnel en het gaat spelenderwijs als u er echt aandacht
aan besteedt. Is het uw eerste hond? Ga dan zeker zo snel mogelijk met de pup op puppiecursus en vervolg met een basiscursus.
Vooral bij de eerste hond ga je makkelijk in de fout, omdat je de "valkuilen" nog niet kent. Je hebt een klankbord voor de
vragen waar je mee zit en hebt steun aan de andere cursisten en de instructeur. De Newfoundlander moet met liefde en geduld
worden opgevoed en niet worden "gedrild", ga daarom naar een hondenschool / instructeur die bekend is met het ras.

Enkele dingen om te onthouden:

Wees consequent! Alleen dan heeft u succes. Wat uw volwassen Newfoundlander later niet mag, mag hij nu als pup ook niet! Geef
hem geen kans ongewenste gewoontes aan te leren. Het afleren daarvan is veel moeilijker dan het direct aanleren van gewenst
gedrag.
Straf nooit achteraf:
voorbeeld: U ziet dat de pup uw pantoffel heeft vernield terwijl u even boven was. Hij komt vrolijk naar u toe. Als u nu zou
straffen associeert de pup dit met het komen en absoluut niet met die leuke pantoffel.
Train met de pup niet langer dan 5 minuten aan één. Hij moet het leuk blijven vinden! Wel meerdere keren per
dag.
Niet oefenen vlak na het eten - hij heeft dan slaap of na een rondje lopen - hij is dan te moe.
Een commando moet altijd opgevolgd worden. Geef dus nooit een commando als u niet zeker weet dat u het hem kunt laten opvolgen,
zoals bijvoorbeeld "hier". (Oefen dit aan een (lange) lijn)
Beloon de pup altijd uitbundig als hij het goed doet. Geef af en toe wat lekkers, jubel en kijk vrolijk!
Gebruik uw stem om de pup duidelijk te maken of hij het wel of niet goed doet. Hoge stem: "Goed zo, braaf". Lage stem: "Nee"

Maak gebruik van de dingen die uw pup al uit zichzelf doet:
voorbeeld: U ziet dat uw pup gaat zitten, vlak voor hij zit zegt u "zit" en zodra hij zit beloont u hem uitbundig.
U ziet dat de pup naar u toe komt, u zegt vrolijk "hier" en als hij bij u is jubelt u weer en beloont hem met wat lekkers
of een aai.
Hou altijd rekening met het karakter van de hond en zijn leeftijd. Stel geen eisen waaraan hij niet kan voldoen!
Als hij z'n dag eens niet heeft en het ineens niet meer schijnt te begrijpen, ga dan niet schreeuwen (hij hoorde u wel), blijf
geduldig en vrolijk. Wij hebben ook wel eens niet ons dag!
Probeer de pup bij ongewenst gedrag af te leiden. Hij begint vol enthousiasme aan uw tafelpoot te kauwen? Zeg "nee" en geef
hem een speeltje waarop hij wel mag kauwen en zeg "goed zo, dat is braaf" of iets in die trant.
Corrigeren doet u altijd in de nek! Echter nooit door hieraan te schudden! (zo doden honden de prooi), maar door het nekvel
van de hond te pakken en daar in te knijpen (immitatie van de nekbeet).
Laat de pup altijd naar U toe komen, bijvoorbeeld bij het aanlijnen om naar buiten gaan. Lok hem naar u toe met woordjes,
gebaren enz. De mindere gaat altijd naar de meerdere. Niet andersom.
Als uw pup schrikt van een hard geluid, een langsrazende brommer enz. nooit troostend gaan doen!! U bevestigt daarmee dat
het ook wel vreselijk eng was. Gewoon negeren. Als de baas het niet eng vindt zal het ook wel niet eng zijn.
Wen de pup aan allerlei situaties. Winkels, verkeer, grote honden, kleine honden, mensen, water, bruggen, vuilcontainers enz.
enz. Kortom alles wat hij later op zijn weg tegen zou kunnen komen moet hij als normaal (en niet eng) gaan beschouwen.
Laat uw pup aaien door vreemden (het liefst de pup naar hen toe laten gaan). Hij leert dan dat hem onbekende mensen ook aardig
zijn.
Wen uw pup aan het nakijken van oren, ogen, voetzooltjes, borstelen enz.
Zindelijk maken is een tijdrovend iets. Begin met ieder uur met uw pup naar buiten te gaan, liefst steeds op dezelfde plek.
(hij ruikt zijn eigen luchtje) Doet hij een plasje, zeg dan :"plasje" en prijzen maar!! U kunt dit langzaam opbouwen tot langere
tussenpozen. Uw pup zal op z'n vroegst met een maand of vier aan gaan geven dat hij "er uit moet" Na het slapen, eten en
spelen moet de pup er altijd even uit om wat te doen. Als u hier rekening mee houdt kan u "ongelukjes" zoveel mogelijk voorkomen.
Hoe beter u voorkomt dat de pup iets in huis zal doen, des te sneller zal hij begrijpen dat het de bedoeling is dat hij het
buiten doet en zindelijk zijn. Straf de pup in het begin niet als hij wat binnen doet - hij moet eerst begrijpen wat de bedoeling
is.